Maussen Family Confidants
Geldig van 1-1-2013
Preambule
Aan de rechtsverhouding tussen een cliënt en een zorginstelling ligt een overeenkomst
ten grondslag gericht op behandeling en/of begeleiding al dan niet in combinatie met
verblijf. Deze overeenkomst is de bijzondere overeenkomst geregeld in Boek 7 , Titel 7,
afdeling 5 van het Burgerlijk Wetboek, de overeenkomst inzake geneeskundige
behandeling (WGBO).
Deze Algemene Voorwaarden vormen de basis voor het tot stand komen van een
dergelijke overeenkomst en geven aan wat de cliënt, en de zorginstelling bij de
uitvoering daarvan mogen verwachten. Het spreekt vanzelf dat het unieke en
persoonlijke contact van de cliënt met de zorgverleners daarnaast een belangrijke
factor is. Deze voorwaarden zijn van toepassing op zowel kortdurende ambulante zorg
en verblijf op grond van de Zorgverzekeringswet als op langdurende zorg en verblijf op
basis van de AWBZ en WMO. Een klein aantal artikelen is alleen van toepassing op zorg
op basis van de Zorgverzekeringswet of op basis van de AWBZ en WMO. Dit is in de
tekst aangegeven.
1. Algemeen
Artikel 1 Definities
In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:
1. Zorginstelling: de rechtspersoon, die zorg verleent binnen het domein van de
geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg.
2. Cliënt: een natuurlijke persoon die zich tot een zorginstelling wendt of heeft gewend
teneinde zorg te ontvangen dan wel deze reeds ontvangt. Hierna wordt gesproken
van cliënt. Daarvoor kan ook cliënt of bewoner worden gelezen, afhankelijk van
wenselijkheid of het type zorginstelling.
3. Overeenkomst: behandelings- of begeleidingsovereenkomst al dan niet in
combinatie met verblijf.
4. Zorgverlener: de voor de zorginstelling werkzame beroepsbeoefenaar die met de
cliënt in het kader van de behandeling of begeleiding persoonlijk contact heeft.
5. Zorg of zorgverlening: behandeling en/of begeleiding
6. Incident: ieder niet beoogd of onvoorzien voorval in het zorgproces met direct of op
termijn merkbare gevolgen voor de cliënt.
7. Vertegenwoordiger: de (wettelijk) vertegenwoordiger van de cliënt als bedoeld in
het Burgerlijk Wetboek.
8. Behandelingsplan: een in samenspraak met de cliënt opgesteld plan, waarin aan de
orde komen de algemene gegevens en beeld van de cliënt, zijn beperkingen,
mogelijkheden en wensen, doelen, actieplan, evaluatie en rapportage.
9. Zorgplan: een in samenspraak met de cliënt opgesteld plan, waarin aan de orde
komen de algemene gegevens en beeld van de cliënt, zijn beperkingen,
mogelijkheden en wensen, doelen, actieplan, evaluatie en rapportage.
Artikel 2 Toepasselijkheid
1. Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op de tussen de cliënt en de
zorginstelling gesloten overeenkomst, die daarnaast wordt ingevuld met individuale
afspraken.
2. De Algemene Voorwaarden zijn zowel van toepassing op ambulante zorg als op
zorg met verblijf en worden zoveel als mogelijk toegepast ongeacht de wijze
waarop de zorg wordt gefinancierd.
3. De Algemene Voorwaarden zijn eveneens van toepassing op de behandeling van
de cliënt opgenomen op grond van de Wet BOPZ, voor zover niet in strijd met deze
wet.
4. Deze Algemene Voorwaarden zijn niet van toepassing op een cliënt opgenomen
op grond van de wettelijke regels van toepassing op forensische zorg.
5. Partijen kunnen niet afwijken van deze Algemene Voorwaarden tenzij dat in een
individueel geval expliciet is overeengekomen en de afwijking niet in het nadeel is
van de cliënt. Dergelijke afwijkingen dienen schriftelijk te zijn vastgelegd.
Artikel 3 Vertegenwoordiging
De vertegenwoordiger treedt in de rechten en plichten van de cliënt uit hoofde van
deze algemene voorwaarden voor zover de cliënt wilsonbekwaam is en voor zover de
vertegenwoordiger hiertoe is gemachtigd op grond van de wet of de persoonlijke
schriftelijke machtiging door de cliënt.
Artikel 4 Familie en naastbetrokkene(n)
1. In het kader van goede zorg aan de cliënt hebben familie en / of
naastbetrokkenen van de cliënt recht op overleg met de zorgverlener over de zorg
aan de cliënt, tenzij de cliënt hiervoor desgevraagd geen toestemming geeft.
2. De zorginstelling hanteert in principe de geldende regeling met betrekking tot familie
en naast betrokkenen.
3. Indien de zorginstelling de in het vorige lid bedoelde regeling niet hanteert, wordt
bij de afspraken met de cliënt in ieder geval ingegaan op de wijze waarop aan de
betrokkenheid, informatievoorziening aan en ondersteuning van familie en / of
naastbetrokkenen invulling wordt gegeven.
4. De zorgverlener legt de afspraken ingevolge de vorige leden van dit artikel vast in
het zorgdossier.
2. Informatie
Artikel 5 Duidelijke informatie
1. De cliënt heeft recht op die informatie die noodzakelijk is om weloverwogen de
keuze over de zorgverlening te kunnen maken. In de artikelen 6 en 7 wordt dit
verder uitgewerkt. De informatie moet worden verschaft op een voor de cliënt
geschikt niveau. De zorgverlener gaat bij de cliënt na of deze de informatie heeft
begrepen en of er nog vragen zijn. Desgewenst wordt de informatie in een andere
vorm aangeboden.
2. Indien gewenst kan de cliënt zich laten bijstaan door iemand naar zijn of haar
keuze.
Artikel 6 Algemene informatie
1. De in artikel 5 bedoelde informatie omvat in deze fase ten minste het volgende:
a. beknopte uiteenzetting over de zorginstelling en de gang van zaken van het
zorgproces al dan niet in combinatie met verblijf inclusief de beëindiging van de
overeenkomst;
b. het recht op vrije keuze van de zorgverlener binnen de mogelijkheden van de
zorginstelling;
c. een heldere omschrijving van relevante behandelingsmogelijkheden;
2. De zorgverlener stelt in deze fase de cliënt informatie ter beschikking, waarin in ieder
geval de Algemene Voorwaarden zijn opgenomen, en die voorts ten minste het
volgende omvat:
a. informatie over de intake, verdere zorgverlening en indien van toepassing verblijf;
b. informatie over de klachten- en geschillenregeling;
c. informatie over de rechtspositie van de cliënt, waaronder ingeval van
wilsonbekwaamheid;
d. de huisregels;
e. informatie over kosten, betaling voor kosten voor aanvullende diensten;
f. informatie over hoe wordt omgegaan met de geldende regeling voor omgang met
familie en naastbetrokkenen;
g. feitelijke informatie over de zorginstelling, waaronder ten minste informatie over de
bereikbaarheid in geval van nood en de eventuele website en informatie over andere
relevante instanties in de regio;
3. De in het vorige lid bedoelde informatie is zoveel als mogelijk beschikbaar op de
website van de zorginstelling. Indien de cliënt dit wenst, ontvangt hij van de
zorginstelling informatie over één of meerdere onderwerpen zoals vermeld in het
vorige lid in schriftelijke vorm.
Artikel 7 Zorg specifieke informatie
1. Voorafgaand aan het tot stand komen van de overeenkomst bepalen de
zorgverlener en cliënt in onderling overleg welke zorg (al dan niet in combinatie met
verblijf) het beste bij de cliënt past en wisselen zij informatie uit, die relevant is voor
de zorg. In ieder geval wordt besproken:
a. de diagnose, de prognose en onzekerheden daarbij;
b. de zorgopties en het doel, de aard, de kans op succes en de mogelijke risico’s
mede aan de hand van eventueel eerdere ervaringen van de cliënt;
c. de te verwachten gevolgen van de zorg en de neveneffecten (zoals pijn, hinder of
sociale gevolgen);
d. de naam van de verantwoordelijke zorgverlener en die van andere betrokken
zorgverleners;
e. de ervaring van de betrokken zorgverleners;
f. overige aspecten, zoals de wachttijd en (aanvullende) kosten.
2. Indien de cliënt uitdrukkelijk heeft aangegeven informatie niet te willen ontvangen,
kan het verstrekken van informatie achterwege blijven.
3. Naast het bepaalde in het vorige lid kan informatie over de behandeling alleen
achterwege blijven in het uitzonderlijke geval dat het verstrekken daarvan kennelijk
ernstige nadeel voor de cliënt oplevert.
Artikel 8 Tot stand komen van de overeenkomst / toestemming en behandelingsplan
1. De zorgverlener doet in overeenstemming met de professionele standaard op basis
van het overleg tussen zorgverlener en cliënt bedoeld in artikel 7 een aanbod tot te
leveren zorg – het behandelingsplan - al dan niet in combinatie met verblijf.
2. Het behandelingsplan bevat in ieder geval:
a. de doelen met betrekking tot de zorg voor een bepaalde periode gesteld,
gebaseerd op de wensen, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt;
b. de wijze waarop de zorgverlener en de cliënt de gestelde doelen trachten te
bereiken;
c. wie voor de verschillende onderdelen van de zorg verantwoordelijk is en op welke
wijze afstemming plaatsvindt tussen meerdere zorgverleners, en wie de cliënt op die
afstemming kan aanspreken.
3. De overeenkomst tussen de cliënt en de zorginstelling komt uitsluitend tot stand
indien:
a. de cliënt of diens vertegenwoordiger kenbaar heeft gemaakt de overeenkomst te
willen aangaan, en
b. de zorginstelling redelijkerwijs van oordeel is dat de hulpvraag van de cliënt op
grond van de bij de zorginstelling aanwezige mogelijkheden kan worden beantwoord.
4. De zorginstelling begint de behandeling pas nadat de instemming van de cliënt is
verkregen op basis van het in het eerste lid bedoelde behandelingsplan.
5. In acute situaties, waarbij de tijd voor het vragen van toestemming ontbreekt
omdat onmiddellijke uitvoering van de handeling nodig is om ernstig nadeel voor
de cliënt te voorkomen, kan worden afgeweken van het bepaalde in de
voorgaande leden van dit artikel. Dit wordt gemotiveerd vastgelegd in het dossier.
6. Indien afwijking van het behandelingsplan noodzakelijk is vindt overleg plaats tussen
zorgverlener en cliënt, tenzij onmiddellijke afwijking van het behandelingsplan
kennelijk nodig is om ernstig nadeel voor de cliënt te voorkomen; in dat geval vindt
overleg tussen zorgverlener en cliënt zo spoedig als mogelijk na de afwijking plaats.
7. Het behandelingsplan maakt integraal onderdeel uit van het dossier.
Artikel 8a Tot stand komen van de overeenkomst
De overeenkomst tussen de cliënt en de zorginstelling komt uitsluitend tot stand indien:
a. de cliënt of diens vertegenwoordiger kenbaar heeft gemaakt de overeenkomst te
willen aangaan, en
b. de zorginstelling redelijkerwijs van oordeel is dat de hulpvraag van de cliënt op
grond van de bij de zorginstelling aanwezige mogelijkheden kan worden beantwoord.
Artikel 8b Het opstellen van het zorgplan
1. De zorgverlener doet in overeenstemming met de professionele standaard tijdens
het in artikel 7 bedoelde gesprek of zo spoedig mogelijk na de aanvang van de
zorg een voorstel voor een zorgplan aan de cliënt waarin in ieder geval de
volgende elementen aan bod komen:
a. de doelen met betrekking tot de zorg voor een bepaalde periode gesteld,
gebaseerd op de wensen, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt;
b. de wijze waarop de zorgverlener en de cliënt de gestelde doelen trachten te
bereiken;
c. wie voor de verschillende onderdelen van de zorg verantwoordelijk is en op welke
wijze afstemming plaatsvindt tussen meerdere zorgverleners, en wie de cliënt op die
afstemming kan aanspreken;
d. de frequentie en onder welke omstandigheden de zorgverlener de zorgverlening in
samenspraak met de cliënt gaat evalueren en actualiseren, waarbij als norm geldt
aan het einde van de zorg en in het geval dat de zorg langer dan drie maanden duurt
steeds na elke drie maanden, tenzij omstandigheden een andere evaluatietermijn
rechtvaardigen of noodzakelijk maken;
e. de eventuele nazorg.
2. De zorgverlener biedt de cliënt ondersteuning aan bij het overleg over het zorgplan;
desgewenst kan de cliënt zich laten bijstaan door iemand naar zijn of haar keuze.
3. De zorginstelling legt tijdens het in het eerste lid bedoelde gesprek dan wel – als dit
gelet op de te bieden zorg niet anders mogelijk is - binnen zes weken na aanvang
van de zorgverlening, het resultaat van de bespreking met de cliënt op de
onderscheiden onderwerpen vast in een zorgplan, waarin tevens wordt
opgenomen:
a. eventuele contra-indicaties voor de behandeling en zorginterventie;
b. de instructie voor en het monitoren van het medicatiegebruik en bijwerkingen;
c. de tijdstippen waarop zorgverlener en cliënt het zorgplan evalueren en zo nodig
actualiseren.
4. Het zorgplan blijft gedurende de behandeling ter beschikking van de cliënt; cliënt
heeft altijd recht op inzage en kan een kopie krijgen.
5. Indien afwijking van het zorgplan noodzakelijk is vindt overleg plaats tussen
zorgverlener en cliënt, tenzij onmiddellijke afwijking van het zorgplan kennelijk nodig
is om ernstig nadeel voor de cliënt te voorkomen; in dat geval vindt overleg tussen
zorgverlener en cliënt zo spoedig als mogelijk na de afwijking plaats.
6. Het zorgplan maakt integraal onderdeel uit van het dossier.
Artikel 8c Aanvang en toestemming zorg
1. De zorginstelling begint de zorg pas nadat de instemming van de cliënt is verkregen
op basis van het op grond van artikel 8b opgestelde zorgplan.
2. In de periode tussen de totstandkoming van de overeenkomst en het van kracht
worden van het zorgplan is voor geneeskundige handelingen toestemming van de
cliënt vereist.
3. In acute situaties, waarbij de tijd voor het vragen van toestemming ontbreekt
omdat onmiddellijke uitvoering van de handeling nodig is om ernstig nadeel voor
de cliënt te voorkomen, kan hiervan worden afgeweken. Dit wordt gemotiveerd
vastgelegd in het dossier.
4. Second opinion
Artikel 9 Second opinion
De zorginstelling zal alle redelijke medewerking verlenen aan een door de cliënt
gewenste second opinion en bespreekt op verzoek van de cliënt de resultaten van de
second opinion ook als de cliënt deze heeft gevraagd zonder medewerking van de
zorginstelling.
5. Zorgverlening op afstand
Artikel 10 Zorgverlening op afstand
1. Indien mogelijk en verantwoord en met instemming van de cliënt verleent de
zorginstelling met in achtneming van het bepaalde in artikel 8 en 8a e.v. zorg op
afstand. De zorginstelling. De zorginstelling maakt aantekening in het cliëntendossier
van de verstrekte informatie die de cliënt voor zijn instemming behoeft.
2. De zorginstelling spreekt met de cliënt af hoe de zorgverlening en relevante
informatie-uitwisseling zal plaatsvinden en de termijnen waarbinnen de betrokken
partijen de zorg en informatie moeten verschaffen.
3. De zorginstelling informeert de cliënt vooraf over de randvoorwaarden voor
verantwoorde zorgverlening op afstand en evalueert regelmatig met cliënt of aan
die randvoorwaarden wordt voldaan.
6. Zorgdossier en privacy
Artikel 11 Zorgdossier
Het zorgdossier bevat naast de in de wet en regelgeving geregelde onderwerpen, het
volgende:
a. in overleg met de cliënt welke familie of naastbetrokkene bij de zorgverlening
worden betrokken of over de zorgverlening worden geïnformeerd en de wijze waarop
dat gebeurt en desgewenst welke personen juist niet;
b. de wensen en voorkeuren van de cliënt inclusief contra-indicaties voor behandeling
en zorginterventies;
c. de voortgang (incl. rapportages,) van de behandeling en/ of begeleiding;
d. incidenten en calamiteiten voor zover deze gevolgen hebben voor de behandeling
of de gezondheidstoestand van de cliënt.
Privacy omtrent gegevensverwerking
Artikel 12 Privacy tijdens de zorgverlening
De zorginstelling hanteert een privacyreglement met betrekking tot de verwerking van
gegevens van cliënten.
Artikel 13 Kwaliteit van zorg
1. De zorginstelling levert verantwoorde zorg op basis van goed zorgverlenerschap.
2. Onder verantwoorde zorg wordt verstaan zorg van goed niveau, die in ieder geval
doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die afgestemd is op de
reële behoefte van de cliënt en tegelijkertijd borg staat voor de veiligheid van
cliënten en zorgverleners.
3. Als norm voor goed zorgverlenerschap gelden vooral de gedragsregels van de
verschillende beroepsgroepen, normen ontleend aan de laatste stand van de
wetenschap en praktijk alsmede algemeen aanvaarde uitgangspunten. Afwijking
van protocollen en richtlijnen moet de zorginstelling motiveren, aan de cliënt
uitleggen en vastleggen in het zorgdossier.
4. De zorginstelling heeft een systeem ter waarborging van veilige zorg waaronder
een systeem ter waarborging van een veilig medicatiebeleid.
Artikel 14 Veiligheid
1. De zorginstelling draagt zorg voor de veiligheid van de infrastructuur en faciliteiten
inclusief brandpreventie en hygiëne.
2. Alle faciliteiten en infrastructuur in en om de instelling voldoen aan de in de
geestelijke gezondheidszorg geldende eisen.
Artikel 15 Incidenten
1. Zo spoedig mogelijk na een incident informeert de zorginstelling de betreffende
cliënt en/of diens vertegenwoordiger over:
a. de aard en de oorzaak van het incident;
b. of en welke maatregelen zijn genomen om soortgelijke incidenten in de toekomst te
voorkomen.
2. Als een incident gevolgen heeft voor de gezondheidstoestand van de cliënt,
bespreekt de zorginstelling de voor de aanpak daarvan mogelijke
behandelingsalternatieven met de cliënt en/of diens vertegenwoordiger en maakt
afspraken over de aanvang van de gekozen behandeling en het vervolg. De
zorginstelling wijst de cliënt en/of diens vertegenwoordiger hierbij uitdrukkelijk op de
mogelijkheid van een second opinion binnen of buiten de organisatie van de
zorginstelling.
3. De zorginstelling verleent adequate zorg teneinde de gevolgen van het incident
voor de cliënt zoveel mogelijk te beperken. In geval van spoedeisende zorg
betekent dit dat aan het genoemde in lid 2 pas achteraf hoeft te worden voldaan.
4. De zorginstelling houdt registratie van incidenten bij in het zorgdossier en neemt
maatregelen ter voorkoming van herhaling van incidenten die zich hebben
voorgedaan.
7. Zorg op afspraak en ketenzorg
Artikel 16 Zorg op afspraak
1. Als de behandeling plaatsvindt op een vooraf afgesproken moment, zorgt de
zorginstelling ervoor dat voor de cliënt duidelijk is wanneer en op welk tijdstip de
betreffende behandeling zal plaatsvinden.
2. De datum en het tijdstip van een telefonisch of elektronisch gemaakte afspraak
wordt binnen een redelijke termijn schriftelijk of elektronisch bevestigd door de
zorginstelling.
3. De zorginstelling houdt bij het plannen van afspraken zoveel mogelijk rekening met
wensen, voorkeuren en beperkingen van de cliënt.
4. Indien de cliënt of zorgverlener een gemaakte afspraak niet kan nakomen, moet
deze uiterlijk 48 uur van tevoren worden geannuleerd, tenzij zwaarwichtige redenen
zich daartegen verzetten.
5. Bij bezoek voor behandeling wordt de cliënt geïnformeerd over eventuele extra
wachttijd ten opzichte van de afgesproken tijd.
Artikel 17 Ketenzorg
1. Indien bij de zorg voor de cliënt sprake is van betrokkenheid van meerdere
zorgverleners, al dan niet binnen dezelfde zorginstelling, worden er tussen de
zorgverleners afspraken gemaakt over verdeling van taken en
verantwoordelijkheden.
2. Naast de afspraken als bedoeld in het eerste lid van dit artikel maken de betrokken
zorgverleners afspraken over specifieke momenten van onderling overleg en de
evaluatie van het behandelingsproces, waarbij de ervaringen van de cliënt worden
meegenomen.
3. De in de voorgaande leden bedoelde afspraken zijn conform de handreiking zoals
opgesteld door de KNMG en vertegenwoordigers van zorginstellingen, zorgverleners
en cliënten voor de verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg. De
vindplaats van deze handreiking wordt aan de cliënt gecommuniceerd.
Desgevraagd ontvangt de cliënt een papieren versie.
4. De zorgverleners zullen de betekenis van deze afspraken voor de concrete situatie
van de cliënt duidelijk communiceren.
5. Indien de afspraken over de taken en verantwoordelijkheden niet conform de in
het derde lid bedoelde handreiking worden gemaakt, wordt de cliënt uitdrukkelijk
geïnformeerd over de aard en de inhoud van de feitelijk gemaakte afspraken.
9. Verplichtingen van de cliënt
Artikel 18 Goed cliëntschap
1. Elke cliënt legitimeert zich voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst op
verzoek van de zorginstelling met een wettelijk erkend, geldig legitimatiebewijs en
overlegt de gegevens van zijn zorgverzekeraar. Kan de cliënt desgevraagd een
dergelijk legitimatiebewijs en / of verzekeringsgegevens niet tonen, dan is de
zorginstelling gerechtigd de uitvoering van de overeenkomst op te schorten totdat
de cliënt zich heeft gelegitimeerd, tenzij onmiddellijke behandeling noodzakelijk is.
2. Vóór aanvang van de behandeling geeft de cliënt op verzoek van de zorginstelling
de naam en de bereikbaarheidsgegevens op van een contactpersoon en bij
voorkeur ook van de persoon die door de cliënt schriftelijk is gemachtigd in zijn
plaats te treden als de cliënt niet meer in staat kan worden geacht tot een redelijke
waardering van zijn belangen.
3. De cliënt maakt een eventuele voorkeur voor een bepaalde zorgverlener tijdig vóór
het maken van een afspraak of aanvang van de behandeling aan de zorginstelling
bekend.
4. De cliënt geeft de zorginstelling, mede naar aanleiding van diens vragen, naar
beste weten de inlichtingen en de medewerking die deze redelijkerwijs voor het
uitvoeren van de overeenkomst behoeft, waaronder begrepen informatie over een
eventuele wilsverklaring of crisiskaart.
5. De cliënt die bij de zorginstelling op een wachtlijst staat en gedurende de wachttijd
de behandeling laat uitvoeren door een andere zorginstelling, meldt dit aan de
eerstgenoemde zorginstelling zodra hij met de andere zorginstelling is
overeengekomen dat de behandeling daar zal plaatsvinden.
6. De cliënt houdt zich aan de huisregels en onthoudt zich naar beste kunne van
gedrag dat risico oplevert voor de veiligheid van mensen in de zorginstelling.
7. De cliënt werkt mee aan instructies en maatregelen van de zorginstelling gericht op
de (brand)veiligheid.
8. Indien de zorg plaatsvindt in het huis van de cliënt, biedt de cliënt alle noodzakelijke
medewerking om de zorginstelling in staat te stellen de zorg te leveren conform
regelgeving betreffende de arbeidsomstandigheden.
Artikel 19 Betaling
1. De cliënt is de zorginstelling de overeengekomen prijs verschuldigd voor de
overeengekomen zorg en diensten.
2. Voor de vooraf overeengekomen door de zorginstelling in rekening te brengen
kosten van zorg en diensten als bedoeld in artikel 6 lid 2 onder h stuurt de
zorginstelling een duidelijke en gespecificeerde factuur aan de cliënt, met daarin
opgenomen een betalingstermijn van 8 dagen.
3. De zorginstelling stuurt na het verstrijken van de betalingstermijn een
betalingsherinnering en geeft de cliënt de gelegenheid binnen 14 dagen na
ontvangst van de herinnering alsnog te betalen.
4. Als na het verstrijken van de tweede betalingstermijn nog steeds niet is betaald, is
de zorginstelling gerechtigd rente en buitengerechtelijke incassokosten in rekening
te brengen vanaf het verstrijken van de eerste betalingstermijn. De rente is gelijk
aan de wettelijke rente.
10. Verblijf
Artikel 20 Verblijfsruimte
1. De zorginstelling biedt de cliënt de meest geschikte verblijfsruimte aan voor de
uitvoering van de zorg. Als meerdere ruimten daarvoor in aanmerking komen, biedt
de zorginstelling de cliënt de keuze.
2. De zorginstelling kan een andere verblijfsruimte toewijzen indien de evaluatie van
het behandelingsplan daartoe noopt of indien praktische omstandigheden dat
dringend noodzakelijk maken.
3. De cliënt dient aan een eventuele verhuizing mee te werken, voor zover dat
redelijkerwijs van hem of haar kan worden gevergd.
4. De cliënt kan met redenen omkleed om een andere verblijfsruimte verzoeken. De
zorginstelling honoreert dit verzoek, tenzij zwaarwegende redenen zich daartegen
verzetten. Een eventuele afwijzing van het verzoek wordt gemotiveerd.
5. Het verblijf eindigt in geval sprake is van beëindiging van de overeenkomst conform
artikel 26 en 27.
11. Ontslag uit de instelling, einde overeenkomst en nazorg
Artikel 21 Beëindiging van de overeenkomst
1. De overeenkomst eindigt:
a. bij overplaatsing naar een andere zorginstelling;
b. met instemming van beide partijen;
c. na een eenzijdige, ondubbelzinnige opzegging van de overeenkomst door de
cliënt;
d. na een eenzijdige opzegging door de zorginstelling met inachtneming van het
bepaalde in artikel 27;
e. overlijden van de cliënt.
2. Indien de overeenkomst mede inhield het bieden van zelfstandige verblijfsruimte,
eindigt de overeenkomst uiterlijk na een kalendermaand na het moment van
beëindigen van de overeenkomst conform het eerste lid van dit artikel. De cliënt of
diens nabestaanden krijgt/en in dat geval de gelegenheid om de verblijfsruimte te
ontruimen.
Artikel 22 Opzegging van de overeenkomst door de zorginstelling
1. De zorginstelling is gerechtigd de overeenkomst op te zeggen, indien:
a. de financiering of de indicatie voor de zorg komt te ontbreken; de zorginstelling
gaat hier evenwel niet toe over indien de instelling meent dat het stopzetten van de
behandeling- of begeleiding op dat moment onverantwoord is omdat sprake is van
noodzakelijke zorg;
b. de cliënt herhaaldelijk diens verantwoordelijkheden uit de overeenkomst niet
nakomt of kan nakomen, daarop herhaaldelijk is aangesproken maar hij of zij zijn of
haar gedrag niet verandert en dit heeft geleid tot een zodanige situatie dat het langer
voortduren van de overeenkomst in redelijkheid niet langer van de zorginstelling kan
worden gevergd;
c. de cliënt zodanig ernstige strafbare feiten begaat die een duidelijke weerslag
hebben op de relatie met de zorgverleners of de medecliënten, dat het voortduren
van de overeenkomst niet langer in redelijkheid van de zorginstelling kan worden
gevergd;
d. door toedoen van naasten van de cliënt ernstige spanningen met de zorgverleners
ontstaan, waardoor voortzetting van zorgvuldige behandeling of begeleiding al dan
niet in combinatie met verblijf ernstig wordt bemoeilijkt;
e. indien de zorgvraag van de cliënt dusdanig verandert dat het niet meer van de
zorginstelling kan worden verlangd dat zij de zorg verleent zoals is overeengekomen en
is vastgelegd in het behandelingsplan of zorgplan.
2. Bij beëindiging van de overeenkomst neemt de zorginstelling een redelijke termijn in
acht als mede die zorgvuldigheid betreffende de nazorg, die in redelijkheid van
hem als goed zorgverlener mag worden verwacht.
Artikel 23 Nazorg
1. Bij het beëindigen van de overeenkomst spannen de zorginstelling en de cliënt zich
in om in onderling overleg tijdig de randvoorwaarden te regelen die nodig zijn voor
het ontslag en/of de nazorg indien continuïteit van zorg noodzakelijk is. Deze
randvoorwaarden kunnen diverse levensgebieden betreffen.
2. Indien de overeenkomst gepaard gaat met verblijf, wordt met instemming van de
cliënt de contactpersoon en/of vertegenwoordiger van het ontslag van de cliënt
op de hoogte gesteld, indien mogelijk vóór het daadwerkelijke vertrek.
Artikel 24 Overlijden
1. In geval de cliënt tijdens zijn verblijf in de zorginstelling overlijdt, stelt de zorginstelling
de contactpersoon en/of vertegenwoordiger onverwijld op de hoogte van zijn of
haar overlijden.
2. In geval de cliënt geen contactpersoon of vertegenwoordiger heeft aangewezen
of indien dat wel het geval is, deze geen adequate stappen onderneemt, handelt
de zorginstelling volgens een vast beleid voor laatste zorg, waarbij de zorginstelling
zoveel als mogelijk met de levensovertuiging van de overledene – althans voor
zover bekend – rekening houdt.
3. De zorginstelling biedt binnen de wettelijke mogelijkheden desgewenst nazorg aan
de nabestaande(n) van de cliënt.
4. Indien de overeenkomst gepaard gaat met het ter beschikking stellen van
verblijfsruimte is de zorginstelling gerechtigd om de ruimte na het overlijden van de
cliënt te ontruimen en de daarin aanwezige goederen gedurende maximaal drie
maanden op passende wijze op te slaan als deze goederen niet door de
nabestaanden van de cliënt zijn verwijderd binnen een door de zorginstelling en
nabestaanden afgesproken periode. In onderling overleg kan van de hier
genoemde periodes worden afgeweken.
5. Indien na drie maanden of na de afgesproken termijn de goederen niet zijn
verwijderd handelt de zorginstelling als goed zaakwaarnemer en zoekt een
passende oplossing.
6. Twee weken voor het aflopen van de termijn van drie maanden informeert de
zorginstelling de nabestaanden over de gevolgen van het aflopen van de termijn.
12. Klachten en Geschillen
Artikel 35 Klachtenregeling
1. De zorginstelling beschikt over een op de wet gebaseerde en voldoende bekend
gemaakte regeling voor de opvang, en afhandeling van klachten en behandelt de
klacht overeenkomstig deze klachtenprocedure.
2. Deze regeling is niet van toepassing op klachten voor zover deze betrekking
hebben op het vergoeden van geleden schade.
3. Klachten over de uitvoering van de overeenkomst moeten zo snel als mogelijk,
volledig en duidelijk omschreven worden ingediend bij de zorginstelling, nadat de
cliënt de gebreken heeft geconstateerd.
4. Bij de zorginstelling volledig ingediende klachten worden zo spoedig mogelijk, in elk
geval binnen twee maanden gerekend vanaf de datum van ontvangst
afgehandeld. De klager wordt zoveel mogelijk op de hoogte gehouden van de
voortgang van de klachtbehandeling.